Lactose-intolerantie en voedselintoleranties. Voedselintoleranties en allergische reacties op voedsel zijn erg vervelend en hebben een enorme impact op het sociale leven, eten is immers bij uitstek een sociaal gebeuren. Wat kan osteopathie doen bij het behandelen van deze ongewenste reacties op eten. Maarten Heemskerk, van Osteopathie Haarlem, gebruikt kennis van de embryonale vorming om deze klachten oorzakelijk te behandelen.
Wat heel belangrijk is bij lactose-intolerantie en voedselintoleranties is de dikte van de slijmvlieslaag van de dunne darm, deze zorgt voor de bescherming van de darmwand. Deze darmwand speelt een heel belangrijke rol in het doorlaten van stoffen naar de bloedbaan. Voor de dikte van de slijmlaag is de functie van de alvleesklier erg belangrijk, eten komt in de maag en wordt daar o.a. vermengd met maagzuur, dit mengsel komt vervolgens in de twaalfvingerige darm waar de sappen die de alvleesklier maakt erbij gevoegd worden. De alvleesklier produceert ook enzymen. Deze enzymen zorgen ervoor dat het voedsel snel verteerd wordt. Zonder deze enzymen zou het verteren (zo klein maken dat voedsel door de darmwand kan) van voedsel zo lang duren dat het voedsel verrot is voor we het kunnen opnemen. De alvleesklier maakt ook koolzuursap, dit sap zorgt dat de zuurgraad in de darm minder zuur wordt.
De enzymen, lactase (melkeiwit), lipase (vet) en amylase (zetmeel) zorgen voor het in enkelvoudige moleculen hakken van grote ketens, die enkelvoudige moleculen kunnen door de darmwand heen. Voor een optimale functie van de enzymen is een licht basisch milieu vereist, in de maag is er een heel zuur milieu, door het koolzuursap van de alvleesklier wordt de darminhoud minder zuur zodat de enzymen het voedsel kunnen verteren. Dit is één van de redenen voor het ontstaan van lactose-intolerantie en voedselintoleranties. Als de alvleesklier niet goed werkt zijn er dus minder verteringsenzymen maar ook is er dan een te zuur milieu in de dunne darm wat naast de slechte vertering ook nog eens zorgt voor een aantasten van de beschermende slijmvlieslaag. Die wordt dan dunner en kan de darmwand minder goed beschermen.
Bij voedselintoleranties is de functie van de alvleesklier dus ontzettend belangrijk, de alvleesklier ontstaat uit de twaalfvingerige darm en wordt ontwikkeld door de embryonale dynamiek van de darm. Bij problemen van voedselvertering is een goede beweeglijkheid van de vormende structuren voor de alvleesklier dus heel belangrijk, dit zal bij de behandeling met osteopathie zeker onderzocht en eventueel behandeld worden. De basisgrondstof voor het maken van verteringsenzymen zijn aminozuren, enkelvoudige eiwitten, deze moeten dus in het lijf aanwezig zijn om genoeg enzymen te kunnen maken voor de vertering. Vaak is dit bij mensen die een slechte vertering hebben niet het geval, ze kunnen dan in een vicieuze cirkel blijven hangen, in deze gevallen kan het aanvullen met aminozuren tijdelijk nodig zijn.
De alvleesklier kan alleen functioneren als hij via het autonome zenuwstelsel aangestuurd wordt. Voor de alvleesklier betekent dit dat de n. vagus zijn prikkels naar de alvleesklier moet kunnen brengen. Is er een blokkade van deze n. vagus dan is de alvleesklierfunctie verminderd. De n. vagus ontstaat in de hersenstam, in de schedel, de zenuw komt door de schedelbasis naar beneden om dan in de wand van de slokdarm met de slokdarm naar de buik te lopen en dan takken af te geven aan oa. de alvleesklier. Als er mechanische blokkades zijn op deze route door bv. doorgemaakte longproblemen, keelontstekingen, zuurbranden etc. is de aansturing van de alvleesklier slecht en dus ook de mogelijkheid om voedsel te verteren. Ook de route van de n. vagus zal bij de behandeling van voedselintoleranties met osteopathie aandacht krijgen.
Met embryonaal geïntegreerde osteopathie is het mogelijk om de oorzaken van voedselintoleranties te behandelen. Als u vragen heeft hierover kunt u bellen (023 7200 920 / 06 141 80 360) of een bericht sturen.